Voor OBO-2 is een maatschappelijke klankbordgroep (KBG) opgericht.

De KBG is bedoeld om omwonenden en andere belanghebbenden te betrekken bij het onderzoek en hen op de hoogte te houden. De KBG adviseert het consortium over de uitvoering van het onderzoek en zorgt ervoor dat het onderzoek aansluit bij vragen die leven in de maatschappij. Ook adviseert de KBG bij het begrijpelijk en goed weergeven van de resultaten, de conclusies en de aanbevelingen.

De volgende organisaties zijn lid van de KBG: 

  • LTO Nederland 
  • Nederlandse Fruittelers Organisatie (NFO) 
  • Stichting Bollenboos 
  • Meten = Weten 
  • De Natuur en Milieufederaties 
  • GGD Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst) GHOR Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio) Nederland (GGD’en) 
  • CropLife NL 
  • Vereniging Leefmilieu 
  • Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) 
  • Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur (KAVB)
  • Hersenstichting
  • De Parkinson Vereniging
  • KWF Kankerbestrijding
  • College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) 

Een onafhankelijk voorzitter zit de bijeenkomsten van de KBG voor. Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) faciliteert de vergaderingen. Onderzoekers en projectleiders van RIVM, IRAS en Nivel nemen op uitnodiging deel aan de bijeenkomsten om vragen van de leden te beantwoorden. 

Wilt u iets meegeven voor het onderzoek of heeft u een vraag voor uw vertegenwoordiger in de KBG? U kunt direct contact opnemen met de desbetreffende organisatie. Contactgegevens vindt u op hun website.

OBO-2: achtergrond en doelstellingen

Het ministerie van LNV (samen met ministerie van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)) heeft naar aanleiding van eerdere onderzoeken en het advies van de Gezondheidsraad een meerjarig consortiumonderzoek laten starten naar de blootstelling aan bestrijdingsmiddelen en gezondheidseffecten bij omwonenden van agrarische percelen (OBO-2, Onderzoek Bestrijdingsmiddelen Omwonenden 2). Het onderzoek wordt uitgevoerd door een consortium van onderzoeksinstituten: IRAS (Universiteit Utrecht), Nivel en RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) en wordt gecoördineerd door het RIVM.

Het onderzoek wordt begeleid door een internationale wetenschappelijke adviesraad van wetenschappelijke deskundigen en een maatschappelijke klankbordgroep van belanghebbenden.

De doelstelling van het gehele OBO-2 onderzoek is het in kaart brengen van de mogelijke relatie tussen de blootstelling aan bestrijdingsmiddelen en de volgende ziektebeelden/effecten bij omwonenden (en agrariërs) in Nederland: 

  • Ziekte van Parkinson;
  • leukemie (bij kinderen) en lymfomen (bij volwassenen);
  • cognitieve effecten bij kinderen;
  • COPD en astma;
  • acute en chronische klachten, gerapporteerd bij huisartsen.

Om dit doel te bereiken zal er in dit onderzoek tevens gewerkt worden aan een blootstellingsmodel.

Opzet OBO-2 in deelonderzoeken

OBO-2 bestaat uit in totaal acht wetenschappelijke deelonderzoeken, ieder ondergebracht in een zogenoemd werkpakket. Daarnaast zijn er twee werkpakketten voor coördinatie en communicatie. Het onderzoek is gestart in oktober 2023 met prioriteit op volledige uitvoering van vier deelonderzoeken: 

  • Karakterisering van de blootstelling (WP 2);
  • ziekte van Parkinson: patiënt-controleonderzoek (WP 3);
  • ziekte van Parkinson: cohortonderzoek (WP 4);
  • analyse gegevens Nederlandse Kankerregistratie (WP 5).

Voor drie deelonderzoeken wordt gestart met een voorbereidende fase, zodat het daadwerkelijke onderzoek tijdig kan starten:

  • Cognitie bij kinderen (WP 6);
  • COPD en astma (WP 7);
  • analyse huisartsengegevens (WP 8).

Ten slotte wordt in het kader van een deelonderzoek gestart met een haalbaarheidsstudie:

  • Gezondheidseffecten van beroepsmatige blootstelling (WP 9).

Voor de voorbereidende werkpakketten zal in overleg met de opdrachtgever in een later stadium een plan van aanpak voor het volledige onderzoek worden opgesteld. Het gehele OBO-2 onderzoek loopt tot eind 2030. Producten en mijlpalen voor de verschillende deelonderzoeken zijn weergegeven in het Plan van Aanpak OBO-2 (30 juni 2023).

Rol van de maatschappelijke klankbordgroep

Doel van de klankbordgroep is om de maatschappelijke relevantie en aansluiting van het onderzoek naar bestrijdingsmiddelen en omwonenden te verbeteren.
Om het RIVM en de consortiumpartijen te ondersteunen in hun opdracht om het onderzoek uit te voeren

  • geeft de klankbordgroep advies aan het consortium waar het gaat om:
    • de richting van het onderzoek;
    • de presentatie van de resultaten;
    • de conclusies van en de aanbevelingen naar aanleiding van het onderzoek;
    • de website en andere communicatiemiddelen. De klankbordgroep ziet toe op het actueel en volledig zijn van de website, zodat zij vragen uit hun achterban of van derden kunnen doorverwijzen naar de website;
  • adviseert de klankbordgroep over de vertegenwoordiging in de groep, bijvoorbeeld wanneer blijkt dat stakeholders zich onvoldoende vertegenwoordigd voelen;
  • krijgt de klankbordgroep informatie over het advies van de wetenschappelijke adviesraad.

De consortiumpartijen nemen de uiteindelijke beslissingen over het onderzoek, rekening houdend met het advies van de klankbordgroep. Indien wordt afgeweken van het advies zal dit worden onderbouwd.

Reglement van orde

De klankbordgroep bepaalt zelf zijn reglement van orde (samen vast te stellen op de eerste bijeenkomst van de klankbordgroep).  

  1. Verklaring van belangen en vertegenwoordiging
    De leden van de klankbordgroep verklaren dat zij geen andere belangen hebben dan die van de organisatie die zij vertegenwoordigen.

  2. Advisering, consensus en onderbouwing van adviezen en meningsverschillen.
    De klankbordgroep adviseert de onderzoekers waar mogelijk in consensus. De klankbordgroep hoeft echter niet met één mening te adviseren. De groep wordt geacht zowel adviezen als eventuele verschillen van mening te onderbouwen.

  3. Raadpleging
    De leden in de klankbordgroep hebben de ruimte om hun eigen collega’s, zoals bestuursleden, collega’s en omwonenden te raadplegen. Verder zijn de stukken vertrouwelijk en wordt voor nadere informatie verwezen naar de website.

  4. Communicatie
    Naar buiten treden over wat er in de klankbordgroep gezegd en gedeeld wordt door deelnemers:
    a. Over onderzoeksgegevens waarvoor geheimhouding is geregeld binnen wetgeving wordt niet naar buiten getreden.  Hieronder vallen de volgende wetten en besluiten: de Wet bescherming persoonsgegevens, de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb), de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (WMO), en het Besluit vaststelling Algemene Rijksvoorwaarden voor het verstrekken van opdrachten tot het verrichten van diensten (ARVODI).
    b. Over onderzoeksresultaten, producten zoals werkprotocollen en tussenrapportages en aanbevelingen treden het RIVM (namens de consortiumpartijen) en de leden van de klankbordgroep pas naar buiten nadat de klankbordgroep geadviseerd heeft over de finale versie en de finale versie door het RIVM en de consortiumpartijen definitief is gepubliceerd.
    c. RIVM en consortiumpartijen streven ernaar om informatie zoveel en zo spoedig als mogelijk openbaar te delen. Zolang een eindrapport, tussenrapport of ander product nog niet definitief is vastgesteld door het RIVM en consortiumpartijen zijn deze vertrouwelijk en mogen niet in de openbaarheid worden gebracht.  De deelnemers in de klankbordgroep ondertekenen een geheimhoudingsverklaring waarin staat dat informatie pas openbaar mag worden gedeeld wanneer het RIVM en de consortiumpartijen deze informatie hebben vastgesteld.
    d. De klankbordgroep adviseert hoe het RIVM over de advisering door de klankbordgroep communiceert via de website en andere kanalen.
    e. De leden van de klankbordgroep spreken uit dat vooral belangrijk is dat een veilige sfeer, waarin iedereen vrijuit kan spreken bij klankbordgroep-vergaderingen, niet in het geding wordt gebracht.
    f. Als de onderzoeksresultaten aantonen dat er incidenten kunnen voorkomen, dan grijpen het RIVM en de ministeries vanuit ethisch oogpunt en wettelijke verplichtingen onmiddellijk in. De klankbordgroep begrijpt dat de consequentie kan zijn dat het in dergelijke gevallen niet eerst via de klankbordgroep loopt. De klankbordgroep wordt vooraf op de hoogte gesteld door het RIVM van communicatie-uitingen in geval van incidenten, zodat de leden dan ook adequaat kunnen reageren.

  5. Agendering en verslaglegging
    De voorzitter stelt de agenda op. Het RIVM verzorgt het secretariaat en zorgt voor een verslag (voor interne beraadslaging) en voor een korte publiekssamenvatting (voor op de website).

  6. Accordering van vergaderverslagen en (openbare) notulen
    a. De leden van de klankbordgroep accorderen het verslag en de publiekssamenvatting in een of meerdere schriftelijke rondes.
    b. De publiekssamenvattingen worden pas openbaar gemaakt door het RIVM nadat ze zijn vastgesteld. Het verslag voor interne beraadslaging wordt niet openbaar gemaakt zolang het project loopt.

Samenstelling

In opdracht van het ministerie van LNV en in overleg met de consortiumpartijen stelt RIVM de klankbordgroep samen uit vertegenwoordigers van belanghebbende organisaties. Deelname aan de klankbordgroep is vrijwillig en iedereen is te allen tijde vrij om met opgave van redenen de klankbordgroep te verlaten.  

Gezien het onderwerp van het onderzoek komen als belanghebbende in aanmerking: vertegenwoordigers van omwonenden, Ngo’s, de agrarische sector, de chemische industrie, de GGD Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst)’en, patiëntenverenigingen en het openbaar bestuur Het streven is dat de groep een evenwichtige verdeling zal hebben. Het RIVM (in overeenstemming met de consortiumpartijen) beslist of partijen in aanmerking komen als belanghebbende. Een uitgangspunt voor deelname van vertegenwoordigers van belanghebbenden is juist dat zij een belang hebben bij de problematiek en daarmee bij het onderzoek. Een ander uitgangspunt is dat zij een achterban vertegenwoordigen en deze ook raadplegen. Door deze combinatie van belang en vertegenwoordiging levert de klankbordgroep belangrijke informatie voor de inrichting en uitvoering van het onderzoek.

Voor de continuïteit van de klankbordgroep is het belangrijk dat de deelnemende organisaties een vaste vertegenwoordiger afvaardigen. Elke vaste vertegenwoordiger kan één vaste vervanger aanwijzen. Deze invulling dient met de projectcoördinatie en de voorzitter van de klankbordgroep te worden afgestemd.

De klankbordgroep heeft een eigen onafhankelijke voorzitter. Deze wordt door RIVM (als onderdeel van de onderzoeksopdracht) bekostigd.

RIVM bekleedt het secretariaat van de klankbordgroep.  

De ministeries van LNV en VWS kunnen aanwezig zijn als toehoorders.  

De voorzitter van de wetenschappelijke adviesraad kan worden uitgenodigd om de daar gevoerde discussies toe te lichten.

Vergoedingen

Voor vergoeding van deelname aan de klankbordgroep handelt RIVM naar analogie van het Vacatiegeldenbesluit. Het vacatiegeld per vergadering op locatie bedraagt maximaal € 331,00. 

Kosten voor openbaar vervoer worden vergoed voor 1e klasse. De hoogte van de vergoeding voor gebruik van ander vervoer gaat per kilometer en is afhankelijk van de vraag of de persoon doelmatig gebruik had kunnen maken van openbaar vervoer. Indien de persoon niet doelmatig van openbaar vervoer gebruik kon maken, mag € 0,37 per kilometer gedeclareerd worden, anders € 0,09 per kilometer. Publieke functionarissen (ambtenaren, GGD'ers) en professionele vertegenwoordigers van organisaties komen niet in aanmerking voor vergoedingen. Kosten voor vergaderfaciliteiten worden gedragen door RIVM.