Resultaten van het OBO-onderzoek zijn openbaar

Een consortium van kennisinstituten heeft gemeten in hoeverre omwonenden van bollenvelden in contact komen met bestrijdingsmiddelen. Uit dit Onderzoek Blootstelling Omwonenden (OBO) blijkt dat zij bestrijdingsmiddelen binnenkrijgen. Dit kan het gevolg zijn van het gebruik van deze middelen in de omgeving. Ook andere bronnen, zoals voedsel, kunnen daar aan bijdragen. De gehalten van gemeten middelen in de lucht en urine waren niet hoger dan de risicogrenzen. Wel is meer onderzoek nodig naar het risico van alle bestrijdingsmiddelen voor alle omwonenden. Lees meer.

Informatiebijeenkomst OBO op donderdag 18 april

Op donderdagavond 18 april 2019 presenteren de onderzoekers het Onderzoek Bestrijdingsmiddelen en Omwonenden. De bijeenkomst is bedoeld voor deelnemers aan het onderzoek, omwonenden, telers en andere betrokken. Er zal voldoende gelegenheid zijn voor het stellen van vragen. Lees meer.

Wetenschappelijke en maatschappelijke toetsing

Het OBO is uitgevoerd door een onafhankelijk consortium van kennisinstituten en het resultaat van het onderzoek is beoordeeld door de Wetenschappelijke Begeleidingsgroep. Deze bestaat uit onafhankelijke wetenschappers en ervaringsdeskundigen. Daarmee kan zowel de wetenschappelijke betrouwbaarheid als ook de praktijkrelevantie van het onderzoek beoordeeld worden. Lees meer.

Kabinetsreactie

Het kabinet heeft in een brief aan de Tweede Kamer gereageerd op de resultaten van het onderzoek. Lees hier de reactie, samen met de rapportages.

Vroegtijdige media aandacht

Zoals u wellicht gemerkt hebt zijn de resultaten van het OBO-onderzoek vroegtijdig ’gelekt’. Dit was een schending van de geheimhoudingsplicht. Het heeft, ook door uitingen in de media, heel onaangename gevolgen voor de deelnemers aan het onderzoek. Het consortium had hen graag direct bij het uitkomen van het onderzoek geïnformeerd. Lees meer.

Modellen om blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen te berekenen

Mensen kunnen tijdens of na het gebruik van bestrijdingsmiddelen worden blootgesteld aan deze middelen. Deze blootstelling geldt voor degenen die de middelen gebruiken, de mensen die in de gewassenteelt werken, degenen die zich buiten het terrein bevinden en de omwonenden van landbouwgrond. Met modellen wordt voor al deze groepen berekend hoe groot de blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen is. Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) heeft een overzicht gemaakt van de rekenmodellen die sinds begin 2000 in Nederland zijn gebruikt. Lees meer.